De Somali kat: sportief en "oosters" met veel zelfbewustzijn

Als je het niet erg vindt om bij elke stap die je doet geschaduwd te worden, is de Somalische kat een ideale huisgenoot. Deze intelligente en zeer leergierige dieren willen er altijd bij zijn – niets ontgaat ze. Als solokat voelen Somalische katten zich ongemakkelijk. Er moet een soortgenoot in huis zijn om mee te stoeien en te knuffelen, hoewel de Somalische kat dominante neigingen kan vertonen. Daarom zijn nestgenoten ideaal voor een gelijkwaardig kattenteam. Ondanks haar aanhankelijkheid is de Somalische kat niet echt een schootkat. Ze toont zich knuffelig naar haar mensen toe, maar reageert ook jaloers als ze haar positie in het huishouden in gevaar ziet. Somali’s kunnen worden afgericht, hebben een snelle waarneming en een voor katten naar verhouding hoge stresstolerantie.

Somalische katten zijn actieve en slimme katten die fysieke en mentale activiteit nodig hebben. Een extra robuuste krabpaal en turbulente speeltoestellen zijn net zo belangrijk als stimulerend intelligentiespeelgoed. Omdat deze huistijgers een extreem hoge bewegingsdrang hebben, zijn ze niet geschikt om alleen binnenshuis te houden. Ze moeten zich in een veilige omgeving buiten kunnen begeven. De Somali is niet geschikt voor een gezin waarin ze overdag lang alleen blijft. Kleinere huisdieren zoals gezelschapsvogels of aquariumvissen mogen niet zonder toezicht in dezelfde kamer met de Somalische kat worden gehouden. Vreedzaam samenleven met een hond is mogelijk met zorgvuldige gewenning.

De verzorging van de halflange, zijdeachtige kattenvacht is probleemloos. Dagelijks borstelen en controleren op parasieten die de kat buiten op kan lopen is voldoende.

Somalische katten zijn vatbaarder voor stofwisselingsziekten en een netvliesaandoening die tot blindheid kan leiden. Controleer bij aankoop van een Somalisch katje bij de fokker of geen van de ouderdieren erfelijk belast is.

Somalische katten zijn er in vier erkende vachtkleuren, waarbij de “ticking” – een streep in de afzonderlijke haren met een donkere punt – de kleurprint kenmerkt: crème (reekalf), blauwgrijs (staalkleurige ticking), agutikleurig (abrikoos met zwarte ticking, over het algemeen bruinachtig) en kaneel (roodachtig haar met zwarte ticking). Kleurvarianten zoals lila of chocoladekleuren komen voor, maar komen niet overeen met de rasstandaard. Somalische katten hebben geen vachtpatronen of vachttekeningen.

Trouwens: de uiteindelijke kleurexpressie wordt pas zichtbaar bij dieren van ongeveer twee jaar oud.

Bij het fokken van kortharige kattenrassen zijn er soms “uitschieters”. In de jaren 1960 verschenen er echter opvallend vaak langharige poesjes bij Abessijnse rassen in de Verenigde Staten. Het bleek dat de aangetaste lijnen allemaal terug te voeren waren op een Britse kater die blijkbaar een verborgen genetische aanleg in de genenpool had geïntroduceerd. In de jaren zeventig begonnen fokkers te fokken met de “langharige” Abessijnen. Zo vestigde de Somalische kat, genoemd naar het Afrikaanse buurland van Ethiopië (Abessinië), zich. De Somalische kat wordt sinds het begin van de jaren tachtig ook door Europese verenigingen als ras erkend.

Vooral in de wintervacht ontwikkelen veel volwassen Somalische katten een kraag en broekje, waardoor de dieren een nog indrukwekkender uiterlijk krijgen. Opvallend is ook de borstelige staart, die lijkt op die van een vos en die haar de volksnaam “vossenkat” opleverde.