De blauwe Rus – trotse schoonheid en trouwe ziel

De blauwe Rus houdt van stilte en niet te veel drukte om zich heen. Ze staat bekend als slim en erg aanhankelijk. Je moet echter wel haar vertrouwen winnen: de blauwe Rus is zich er goed van bewust met wie ze haar tijd doorbrengt. Deze zilverpoot is gewoon trots als een Russin en kieskeurig als een diva. Ze is verlegen en afstandelijk naar vreemden toe. Maar als de sympathie eenmaal is opgebouwd, is de blauwe Rus een trouwe ziel. Hun hoge intelligentie stelt hen in staat om verbazingwekkende dingen te doen, zoals het zelfstandig openen van kastdeuren. De blauwe Rus speelt ontzettend graag, en dat tot op hoge leeftijd. Kattenspeelgoed mag daarom niet ontbreken wanneer je een blauwe Rus als huisgenoot hebt. Ondanks hun aanzienlijke springkracht zijn deze katten erg voorzichtig – je hoeft je geen zorgen te maken over schade aan porselein als ze op verkenning gaan.

Dankzij haar rustige karakter is de blauwe Rus gelukkig als binnenkat als er een veilig balkon beschikbaar is. Maar ze wil niet alleen zijn en wil haar baasje en soortgenoten in de buurt hebben – en regelmatig worden geaaid. Ze hecht veel belang aan een gestructureerde dagelijkse routine. Als de gelegenheid zich voordoet, slaapt ze graag onder dekens – bij voorkeur in bed.

De vacht van de blauwe Rus is uniek: alleen bij dit kattenras hebben de ondervacht en bovenvacht dezelfde lengte. De haren staan een beetje schuin en de kleurloze punten ervan creëren een karakteristiek glinsterend effect. De katten verliezen nauwelijks haar, voor de verzorging is het voldoende om ze wekelijks te borstelen. Geef je kat regelmatige massages. De blauwe Rus is niet vatbaar voor erfelijke ziekten. Haar levensverwachting is vrij hoog, tot wel 20 jaar.

De blauwe Rus is een kortharige kat, waarvan de kleur een elementair raskenmerk is. Daarom staat de fokstandaard alleen eenkleurig blauwgrijze en grijze dieren toe. Een licht tabby-patroon op de staart wordt getolereerd.

Moeilijk te geloven: de kleur van de blauwe Rus is een natuurlijke tint. De eerste fokdieren komen uit Arkhangelsk; matrozen brachten ze in 1860 naar Groot-Brittannië. In 1875 werden de katten voor het eerst gepresenteerd op een show. Al in 1900 waren de katten, nu officieel bekend als blauwe Rus, zowel aan het hof van de tsaren als in Britse aristocratische kringen populair. De blauwe Rus heeft sinds 1937 de status van zelfstandige stamboomkat. Door te kruisen met zowel Siamezen als Britse en Europese kortharen was het mogelijk het ras, dat na de Tweede Wereldoorlog bijna verloren was gegaan, in stand te houden. Tegenwoordig zijn er drie fokvarianten: de Engelse variant, het Siberisch-Scandinavische type en de Amerikaanse blauwe Rus, die nog weinig voorkomt in Europa.

Als kittens zijn deze katten kleine wildebrassen – met de leeftijd neemt ook hun temperament af.