Feline Infectious Peritonitis (FIP) - peritonitis bij katten
15.05.2023 - Leestijd: 5 minuten
Als je kat plotseling apathisch wordt en koorts heeft, niet veel eet en de maag ondanks dat blijft opzwellen, moet je heel goed opletten. Het kan zijn dat een van de meest gevreesde kattenziekten is uitgebroken bij je huistijger: FIP, een besmettelijke vorm van peritonitis veroorzaakt door een virusmutatie. FIP kan elke kat treffen en zodra zich een acute uitbraak voordoet, heeft je kat weinig kans op herstel. Een preventieve vaccinatie is mogelijk, maar over het nut hiervan is onder de experts geen eensgezindheid.
Wat is FIP?
De afkorting FIP staat voor “Feline Infectious Peritonitis” een besmettelijke ziekte die zich klinisch manifesteert als ontsteking van het peritoneum, maar af en toe ook het borstvlies aantast. Hiermee wordt niet de vacht van de kat bedoelt, maar de bekleding van de lichaamsholten, d.w.z. het omhulsel waarin de interne organen in de buik en borst zich bevinden. Dit beschermende vlies is erg gevoelig en bevat bloed- en lymfecellen als zenuwen. De wereldwijd verbreide ziekte FIP wordt veroorzaakt door een agressieve mutatie van het kattencoronavirus, die gastro-intestinale ziekten kan veroorzaken die meestal mild zijn.
FIP treft niet alleen huiskatten: de ziekte is ook aangetroffen bij grote katten zoals leeuwen en luipaarden. Het kattencoronavirus wordt voornamelijk opgedaan door contact met de ontlasting, het speeksel of de nasale afscheidingen van een geïnfecteerde soortgenoot. Directe overdracht van kat op kat is ook mogelijk via speeksel van bek tot bek of van bek tot neus. Verontreinigde voorwerpen vormen een extra risico: het virus kan buiten het gastlichaam tot zeven dagen overleven. Zelfs mensen kunnen tussenliggende dragers worden en het virus op katten overbrengen. Er is echter geen risico op infectie van dier op mens.
Het risico op infectie neemt toe als veel katten samenleven. Dierenasiels en -pensions, waar veel katten in een relatief kleine ruimte samen zijn, kunnen de verspreiding van het virus bevorderen. Een infectie is echter niet hetzelfde als een acute ziekte: het gevaar schuilt in de mutatie van het coronavirus in het lichaam van de kat tot het eigenlijke FIP-virus. In sommige gevallen breekt de ziekte nooit uit.
Welke FIP-symptomen vertoont de zieke kat?
Zodra de kat besmet is geraakt met virussen, is de incubatietijd ongeveer vier maanden, maar het dier scheidt de ziekteverwekker zelf slechts een paar dagen na de infectie al af. Het wordt gevaarlijk wanneer het oorspronkelijk opgenomen virus in de darmen van de kat muteert en het kattencoronavirus het FIP-virus wordt. Deze hecht zich aan de fagocyten van het eigen afweersysteem van het gastdier, gebruikt hij voor de voortplanting en beschadigt hij zodanig dat ze uit elkaar vallen. Bovendien komen er boodschappersubstanties vrij die de celwanden aanvallen en zo de eigenlijke peritonitis veroorzaken. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een ‘natte’ en een ‘droge’ vorm. Deze vertonen verschillende symptomen.
Beide vormen worden voorafgegaan door een lichte verkoudheid, neus- en traanafscheiding, geen eetlust, vermagering en koorts die niet afneemt. Vooral chronische koorts kan het eerste waarschuwingssignaal zijn voor het uitbreken van de ziekte bij een jonge kat. Beschrijf je specifieke geval aan ons dierenartsteam en bespaar je kat het vervelende bezoek aan de plaatselijke dierenarts. In een persoonlijke videochat met de dierenarts kun je achterhalen of een bezoek aan de praktijk echt nodig is om een diagnose te stellen, of welke verdere behandeling thuis de gezondheid van je dier helpt.
In de ‘natte’ vorm van FIP hoopt zich vocht op in de buikholte of, zeldzamer, in de borstholte, wat door het duidelijk opzwellen van het lichaam van de kat aan de buitenkant te zien is. Doordat het vocht druk uitoefent op de organen kan dit onder meer kortademigheid veroorzaken. Een punctie van de vloeistof geeft de dierenarts duidelijke aanwijzingen of het dier wel of niet de ziekte FIP heeft.
In de ‘droge’ vorm speelt de ophoping van vocht een minder belangrijke rol, in plaats daarvan vormen zich weefselknobbeltjes op de ontstekingscentra. Deze kunnen voornamelijk voorkomen in het peritoneum, het borstvlies en de inwendige organen, maar ook in de hersenen of ogen. Geelzucht, verschillende oogziektes, bloedarmoede of neurologische afwijkingen zoals krampen, verwardheid en verlamming kunnen ook voorkomen.
Voor een betrouwbare diagnose van de ziekte beschikt de dierenarts over verschillende testmethodes, waarmee antilichamen of antigenen in het bloed of de andere lichaamsvloeistoffen kunnen worden gelokaliseerd.
Is er een vaccinatie tegen FIP en hoe werkt deze?
Preventieve vaccinatie tegen FIP is in principe mogelijk, maar is in professionele kringen niet onomstreden. Het vaccinserum – dat niet via injectie wordt toegediend, maar in de neus, een mogelijke ‘gateway’ voor het virus, wordt gedruppeld – is niet effectief als de kat al drager is van het ‘onschadelijke’ kattencoronavirus. Dit moet voorafgaand aan een vaccinatie worden getest. Volgens de heersende mening van experts is een FIP-vaccinatie nuttig voor buitenkatten en huiskatten die op toevallig binnengebracht besmet materiaal zouden kunnen reageren.
Wat is de levensverwachting van een kat met FIP?
FIP treft vooral jongere katten tussen zes maanden en vijf jaar, maar ook oudere katten. Als je kat besmet is, is er nog steeds een relatief grote kans dat de ziekte niet uitbreekt. Naar schatting wordt slechts vijf tot tien procent van de besmette dieren daadwerkelijk ziek. De acute ziekte is gerelateerd aan de algemene immuunstatus: het risico op een FIP-uitbraak is lager bij katten met een goed immuunsysteem. Andere ziektes of stressfactoren kunnen de uitbraak echter in de hand werken.
Als FIP acuut is, zijn de overlevingskansen van de getroffen kat helaas erg laag. De gemiddelde resterende levensduur is negen dagen; slechts vijf procent van de zieke dieren leeft langer dan een jaar. Een effectieve therapie die tot herstel leidt, bestaat helaas nog niet, maar er wordt wel onderzoek naar gedaan.