Reizen met een hond in de EU: dit moet je weten

Wandelen in de bergen, ravotten op het strand, zwemmen in een meer of lange wandelingen in de bossen – wat zou dat zijn zonder je eigen hond? Voor veel hondenbezitters is het maar de helft van het vakantieplezier! Gelukkig heeft de Europese Unie de inreisbepalingen voor honden al in 2004 aangepast en in 2013 opnieuw vereenvoudigd. Hier kun je lezen waar je rekening mee moet houden, zodat niets een zorgeloze vakantie met je harige viervoeter meer in de weg staat.

Het goede nieuws: Reizen met een hond binnen de EU was nog nooit zo gemakkelijk. De EU-verordening nr. 576/2013 regelt sinds 2013 de inreisbepalingen voor honden en geldt voor alle EU-landen.

Het EU-dierenpaspoort mag alleen worden afgegeven door daartoe gemachtigde dierenartsen. Voordat de dierenarts de nodige gegevens en vaccinaties in het EU-paspoort voor honden (aangepast) invult, moet het dier overeenkomstig de voorschriften worden gechipt en duidelijk in zijn dierenpaspoort worden vermeld. Dit EU-paspoort voor honden is zowel een identiteitsbewijs als een vaccinatieboekje. Sinds de EU-verordening van 2013 moet bijzondere zorg worden besteed aan het invullen van het dierenpaspoort.

De EU-verordening 576/2013 bepaalt dat honden elektronisch gemerkt moeten worden voor unieke identificatie. Er wordt dan ook een chip geïmplanteerd onder de huid aan de linkerkant van de nek van de hond. Deze moet indien mogelijk voldoen aan ISO-norm 11784 of 11785. Voor microchips met een andere ISO-norm moet de hondeneigenaar zelf voor een geschikte lezer zorgen.

Let op: Als de microchip niet kan worden gelezen, dan mag je het land niet in met je hond.

Om EU-landen in te kunnen reizen is een rabiësvaccinatie nodig. Deze moet zijn vermeld in het hondenpaspoort en moet vooral geldig zijn. Rabiësvaccins van sommige producenten zijn drie jaar werkzaam. Zorg ervoor dat je hond alleen deze vaccinaties krijgt en dat de geldigheidsduur correct is ingevuld in het dierenpaspoort van je hond. Belangrijk om te weten: de eerste vaccinatie wordt pas 21 dagen na de prik als geldig beschouwd.

Sinds 2004 zijn jaarlijkse rabiësvaccinaties in de EU niet meer wettelijk verplicht. Volgens de laatste bevindingen van gerenommeerde internationale veterinaire organisaties hebben ze niet alleen geen toegevoegde waarde voor de immuniteitsbescherming van je hond, maar kunnen ze zelfs schadelijk zijn voor de gezondheid van je hond.

Wil je met een nog heel jonge hond binnen Europa reizen?

Puppy’s kunnen pas vanaf de 12e levensweek tegen hondsdolheid worden ingeënt, zodat de immunologische bescherming en dus toelating tot de meeste EU-landen pas vanaf de 15e levensweek mogelijk is. Uitzonderingen op deze regel zijn er in slechts een paar landen, die hieronder worden opgesomd. Het verantwoordelijke veterinaire kantoor of de ambassade van het betreffende land kan ook informatie verstrekken over vrijstellingen voor het inreizen met een puppy die nog geen geldige rabiësvaccinatie heeft gekregen.

Ten minste vijf dagen en ten laatste 24 uur voor vertrek naar Groot-Brittannië, Noord-Ierland, Ierland, Malta, Finland en Noorwegen moet je hond een behandeling tegen lintworm ondergaan bij een dierenarts. Een aantekening met vermelding van de tijd in het EU-dierenpaspoort dient als bewijs.

Niet alle hondenrassen zijn welkom in alle Europese landen. Zo mogen in Frankrijk bijvoorbeeld honden van “categorie 2” het land niet inreizen. Onder deze categorie vallen o.a. de Amerikaanse staffordshireterriër, de tosa,  en de rottweiler. De inreisbepalingen voor deze rassen zijn aanzienlijk aangescherpt. Als je hond behoort tot het ras dobermann, Duitse dog of staffordshire-bulterriër – dan mag je Frankrijk wel inreizen

Ook Denemarken is bijzonder streng voor het inreizen van bepaalde hondenrassen: daar zijn 13 hondenrassen als gevaarlijk geclassificeerd, zodat het houden, fokken en ook het inreizen verboden is. Dit geldt voor alle dieren die na 17 maart 2010 zijn aangeschaft. En ook voor vakantiegangers die met honden van dit ras hier op vakantie willen gaan. Op de lijst staan bijvoorbeeld de pitbulterriër, de Argentijnse dog of de Anatolische herder (kangal).

Overigens mogen eigenaars van een hond die al in Duitsland is geregistreerd en tot een ras behoort dat volgens de Duitse “hondenvervoerswetgeving en invoerbeperkingen” van 12 april 2001 niet in Duitsland mag worden ingevoerd, na hun vakantie toch weer met hun dier het land inreizen. Hieronder vallen honden van het ras pitbulterriër, Amerikaanse staffordshireterriër, bulterriër, staffordshirebulterriër en kruisingen daarvan.

Let op: zorg ervoor dat je de juiste documenten meeneemt!

Voor alle EU-landen zijn de inreisbepalingen voor de hond bindend volgens EU-verordening 576/2013. Sommige landen staan echter uitzonderingen op deze regel toe op grond van hun specifieke veiligheidswetten. Het gaat met name om inreisbepalingen voor bepaalde hondenrassen en de invoer van puppy’s. Bovendien staat het de landen vrij het samenzijn van mensen en honden in openbare ruimten en in het openbaar vervoer individueel te regelen. Om onaangename verrassingen ter plaatse of aan de grens te voorkomen, raden we je aan ons uitgebreide overzicht vóór vertrek goed door te lezen.

Hier vind je het uitvouwbare overzicht!

Deze lijst van inreisvoorwaarden kan ook op korte termijn veranderen als gevolg van wijzigingen in de inreisvoorwaarden van de respectieve landen. De Duitse Kamer van dierenartsen in Hamburg geeft actuele informatie over de inreisbepalingen voor honden binnen de EU.

Alleen een gezonde hond is in staat de reis en de veranderde omgevingsfactoren (nieuwe omgeving, klimaat, enz.) goed te doorstaan. Laat de dierenarts dan ook tijdig een algemene gezondheidscontrole van je hond uitvoeren. Informeer bovendien naar de specifieke dierziekten op je geplande vakantiebestemming en bescherm je hond daartegen!

Meer informatie vind je in de artikelen over het thema reisziekten en reizen met de hond.