Toy poedel: een kleine poedel met veel humor

De oorsprong van de poedel kon nooit precies worden opgehelderd: waarschijnlijk komt hij oorspronkelijk uit Frankrijk, waar hij ‘caniche’ heet. Het ras werd voornamelijk gebruikt om op eenden te jagen; in het Frans wordt een eend ‘canard’ genoemd. De Franse waterhond, met wie hij zijn passie voor allerlei soorten water deelt, wordt beschouwd als de directe voorouder.

Poedels waren niet alleen populair bij jagers: in de 17e eeuw veroverden de slimme viervoeters het hart van de adel en werden ze steeds meer gezelschapshonden. Ze waren zeer volgzaam en behendig, traden later op in circusarena’s en verrukten het publiek met allerlei trucs. In 1936 werden de grote en kleine poedels erkend als hondenrassen door de Fédération Cynologique Internationale (FCI). Tegenwoordig zijn er nog twee andere vertegenwoordigers in hun soort: de dwergpoedel en de toypoedel. De kleine poedel is de op een na grootste poedel met een grootte van maximaal 45 centimeter.

Altijd in een goed humeur, charmant en zeer ondernemend, zo is de kleine poedel in het dagelijks leven. Met een bovengemiddelde intelligentie en een loyale blik windt hij zijn mensenfamilie snel om zijn poot. En hij wijkt niet graag van je zijde. Het liefst wil hij spelen, wandelen en de hele dag geaaid worden. En hij eist dit vaak op en geeft je een por met zijn snuit. Hij vergezelt je vol energie bij het wandelen, joggen of langzaam fietsen. Als ideale speelkameraad voor kinderen is hij ongelooflijk aanhankelijk en toch heeft hij zijn eigen wil.

De kleine poedel is een sportieve hond en heeft veel beweging nodig: lange wandelingen in de natuur zijn een must. Maar hij is ook heel geschikt voor hondensporten zoals behendigheidstraining of dog dancing. Deze gewillige viervoeter kan je mentaal uitdagen en stimuleren met kleine hondentrucs.

Een jachtinstinct is nog steeds aanwezig, maar dit is meestal niet erg uitgesproken en kan gemakkelijk worden gecontroleerd met een consequente training. Poedels vinden het leuk om te apporteren en kunnen zelden een duik in het koele water weerstaan. Als de kleine poedel al vroeg gesocialiseerd wordt (bijvoorbeeld in een puppyschool of op de hondenweide), leert hij snel respectvol om te gaan met vreemden en soortgenoten. Dankzij het handzame formaat kan de poedel gemakkelijk overal naartoe worden meegenomen.

De verzorging van de mooie vacht is vrij complex: minstens een keer per week zou je zijn haar grondig moeten borstelen en kammen, omdat losse haren meestal gewoon in de vacht blijven steken. Elke zes tot acht weken een regelmatige scheerbeurt is voor dit ras nodig. Het goede nieuws: de kleine poedel verliest heel weinig haar.

Poedels zijn vatbaar voor genetische oogziekten zoals cataract of PRA (progressieve retinale atrofie), die beide kunnen leiden tot volledig verlies van het gezichtsvermogen. Verantwoorde fokkers sluiten de getroffen dieren uit van de fokkerij. Neem daarom alleen contact op met fokkers die worden aanbevolen door de Koninklijke Kynologische Unie Sint-Hubertus (KKUSH).

De beste producten voor je kleine poedel vind je bij ons!

Naar de hondenproducten