Hoe puppy’s basiscommando's leren - met als basis de relatie tussen baasje en dier

De basisvoorwaarde voor de opvoeding is dat de basis tussen baasje en dier klopt en dat de hond gemotiveerd is om naar je te luisteren. Daarom is het belangrijk dat er altijd een prikkel is en dat de hond je spannend en interessant vindt. Tegelijkertijd moet je kalm zijn, zodat je puppy zich op jou kan oriënteren. Geef duidelijke commando’s en beloon precies dat wat de hond goed doet.

Bij hondentraining wordt veel gewerkt met positieve bevestiging met de stem, traktaties en spel. Als je hond iets goed heeft gedaan, moet de beloning snel volgen. Want als het binnen twee seconden gebeurt, legt de pup en natuurlijk de volwassen hond later een verband tussen het gedrag en de beloning.

Maar honden hebben ook grenzen nodig, dus ze moeten ook luisteren naar “nee”. Hiermee kun je bijvoorbeeld voorkomen dat je hond tegen mensen op springt of rommel vreet. Timing is belangrijk: probeer alsjeblieft je hond te stoppen met “nee” voordat hij iets doet wat hij niet mag doen. Onderbreek hem bijvoorbeeld voordat hij iets van de grond pakt en in zijn bek heeft, of voordat hij opspringt.

Het belangrijkste commando dat je hond moet kennen is “hier” of “kom” om dichterbij te komen. Hiermee voorkom je dat je hond de straat op loopt of onderweg op voetgangers af gaat. De hond komt als het lonend voor hem is. Dat betekent: er is een beloning via je stem en met traktaties. Ga op je hurken zitten en moedig je hond op een vriendelijke en motiverende manier aan.

Je kunt nu ook oefenen met “Zit” en “Lig”. Plan elke dag kleine oefensessies. 5 tot 10 minuten is voldoende, een jonge hond kan zich niet langer concentreren. Belangrijk: als je iedere oefensessie afsluit met een succes, dan is verder leren altijd leuk.