Bevestig de vogelschommel zo in de kooi dat de dieren niet in botsing komen met de tralies, ander vogelspeelgoed of zitstokken, of bekneld raken, ook niet als ze erop fladderen en ravotten. De schommel moet zo vrij mogelijk zwaaien en gemakkelijk te bereiken zijn: Als er geen plaats is om te komen aanvliegen, moet mogelijk zijn om er van een parallelle paal op te springen.