De Abessijnse kat - een vitale en aanhankelijke metgezel met een elegante uitstraling

De prachtige Abessijn die lijkt op een miniatuurpoema heeft veel typische kenmerken van oosterse kattenrassen: ze is speels, nieuwsgierig en zeer attent. Haar bewegingsdrang is enorm, ze heeft voldoende mentale en fysieke activiteit nodig. Ze kan haar vitaliteit bijzonder goed met soortgenoten uitleven – en ook met honden, zolang ze maar goed aan elkaar gewend zijn. Door haar ruimdenkende karakter, ook naar kinderen toe, blijkt ze een geweldige familiekat te zijn. Let wel: ze is niet zomaar een knuffelkatje, ze wil veel beleven en ontdekken.

Op zich is de Abessijn een vrij gemakkelijk te verzorgen kat, mits je haar voldoende vertier biedt in de vorm van spelletjes, clickertraining en andere activiteiten. De intelligente en nieuwsgierige Aziaten hebben altijd nieuw, opwindend speelgoed nodig dat lichaam en geest in gelijke mate uitdaagt. Zowel klim- en krabpalen als schuilplaatsen zijn belangrijk zodat de dieren hun drang om te spelen en te bewegen kunnen uitleven. Een goed afgeschermd balkon of tuin is ideaal om te ravotten en te spelen.

Abessijnen houden van gezelschap – van soortgenoten, mensen en andere dieren. Vanwege hun sociale karakter zijn ze zeker niet geschikt om op hun eentje bij je thuis te houden. Abessijnse katten voelen zich op hun gemak als lid van een gezin met kinderen, andere katten of een hond.

Abessijnen hebben een unieke vachtkleur, die ook wel “ticking” wordt genoemd. In het geval van de Abessijnen verwijst ticking naar twee- tot viervoudige bandstrepen van het haar. Dit vachtpatroon, ook wel het “agouti-effect” genoemd, lijkt op dat van wilde hazen. De ticking is echter niet aanwezig in de hele vacht, maar alleen op de kop, de buitenkant van de poten, de staart en de rug. De andere delen van het lichaam hebben een uniforme basistint.

In de fokkerij worden alleen kleuren geaccepteerd die zijn gebaseerd op het kleurpigment “eumelanine”, wat zorgt voor een sterke lichtopname en dus donkere pigmentatie veroorzaakt. Alle wilde kleuren plus blauw, reekalf en roodbruin worden in de fokkerij erkend. De kleuren chocolade en lila zijn nog niet door alle rasverenigingen erkend.

Er zijn talloze legendes rond de geschiedenis van de Abessijnen. Een ervan gaat terug op de naam, en suggereert dat de katten oorspronkelijk uit Abessinië, het huidige Ethiopië, komen. Een andere theorie is dat Abessijnse katten afstammelingen zijn van dieren die in Egypte werden vereerd. Beide verhalen zijn onjuist.

Genetische studies hebben aangetoond dat het speciale vachtpatroon van de Abessijnen alleen voorkomt bij wilde katten in een bepaald gebied aan de kust van de Indische Oceaan tussen Sri Lanka en Singapore. Dit suggereert een oorsprong in deze regio. Handelaren brachten de dieren vanuit Klein-Azië naar Afrika, waar ze in 1868 met Britse troepen naar Europa kwamen. Abessijnen zijn sinds 1882 een erkend ras, waardoor ze een van de oudste raskatten in Europa zijn.

Als je een oosterse kat wilt, maar haar luide spraakorgaan niet op prijs stelt (zoals het geval is bij Siamezen), kan de Abessijn het juiste familielid zijn: Abessijnen houden ervan om met hun mensen te ‘praten’, maar met een vrij zachte en vriendelijke dierenstem.