• Winkels
  • Mijn bestellingen
  • Winkelmandje

Je kat laten vaccineren of niet?

15.05.2023 - Leestijd: 5 minuten

Een kitten wordt ingeënt met een spuitje door de dierenarts.

Infectieziektes kunnen een gevaarlijk verloop nemen, met name met virale ziektes valt niet te spotten: als het immuunsysteem verzwakt is, kunnen omgevingskiemen en ziekteverwekkers, die op zichzelf onschadelijk zijn, het organisme beschadigen of worden specifieke afweerreacties geactiveerd die de kat ook in gevaar brengen. Het gebruik van vaccins tegen een grote verscheidenheid aan ziektes kan levens redden, ook die van huisdieren. Vaccinaties kunnen echter niet worden gegeven wanneer dat nodig is of wanneer de ziekte al is uitgebroken. Om een uitgebreide vaccinatiebescherming te creëren, moeten enkele regels in acht worden genomen. Vooral katten die buiten komen of veel in contact komen met andere katten, dienen gevaccineerd te worden, op z’n minst tegen de meest voorkomende kattenziektes. Katten zijn over het algemeen vatbaarder voor infecties dan andere dieren. Dit heeft een interessante evolutionaire achtergrond: omdat katten eenlingen zijn, hebben ze meestal alleen contact met een paar soortgenoten. In tegenstelling tot kudde- of roedeldieren was er minder wederzijdse immunisatie door middel van het onderlinge contact tussen de dieren. Katten zijn daarom bijzonder gevoelig.

Hoe werkt een kattenvaccinatie?

Een vaccinatie is de profylactische toediening van een serum waarbij het lichaam wordt gestimuleerd antistoffen aan te maken tegen bepaalde pathogenen, of dat op zijn beurt al antistoffen bevat die aan het lichaam worden toegediend. Het type toediening verschilt afhankelijk van het type ziekteverwekker waartegen wordt gevaccineerd. Een vaccinatie stelt het organisme uiteindelijk in staat om op een infectie met een ziekteverwekker te reageren met een verdediging van passende antistoffen. De ziekteverwekker – bijvoorbeeld een virus – vindt geen aanknopingspunt in het lichaam en een infectie wordt verijdeld.

Om gezond te blijven moet elk organisme – inclusief huisdieren – een vaccinatie krijgen tegen de meest voorkomende infectieziektes in zijn omgeving. Uitgebreide vaccinatiebescherming is een essentiële medische maatregel, vooral voor buitenkatten waarvan niet kan worden gecontroleerd of ze in contact komen met mogelijk geïnfecteerde soortgenoten of anderszins overgedragen virussen. Ook als de kat op reis gaat naar het buitenland zou je zeker even moeten informeren naar vaccinaties: voor de meeste landen gelden voor huisdieren strikte vaccinatievoorschriften.

Welke kattenvaccinaties zijn er?

Andere nuttige vaccinaties zijn die tegen:

  • Kattenloopneus
  • Kattenziekte
  • Hondsdolheid

De vaccinatie tegen de gevreesde hondsdolheid is niet alleen belangrijk voor katten, maar zou aan alle warmbloedige dieren moeten worden toegediend. Hondsdolheid is een zoönose, dat wil zeggen dat het van dieren op mensen kan worden overgedragen en mogelijk fatale encefalitis kan veroorzaken.

Andere nuttige vaccinaties zijn:

  • Kattenleukemie (aanbevolen voor buitenkatten tot acht jaar)
  • Infectueuze Peritonitis (FIP) bij katten (alleen voor bepaalde medische indicaties)
  • Bordetella bronchiseptica (bacteriën die de luchtwegen aanvallen)
  • Chlamydia (bacteriën die de slijmvliezen en ogen aantasten)

De hier genoemde ziektes worden door verschillende virussen via verschillende transmissieroutes verspreid. Om deze reden worden voor de afweer zeer verschillende vaccinserums toegediend. Zonder vaccinatie zijn de ziektes vaak dodelijk. De kattenvaccinaties voorkomen niet alleen een onaangename ziekte – en verlagen daarbij de veterinaire kosten – maar beschermen ook het leven van de kat.

Kattenvaccinaties gaan niet alleen over het leven van je huisgenoot: statistieken tonen aan dat permanente verspreiding van een ziekteverwekker alleen kan worden voorkomen als ten minste 70% van de mogelijke dragers wordt gevaccineerd. Als de vaccinatiegraad onder deze waarde daalt, kan een eerder onderdrukte ziekte zich als een epidemie verspreiden. Afzien van vaccinatiebescherming uit nalatigheid of principe brengt niet alleen het individuele dier in gevaar, maar draagt in geval van twijfel bij aan een hernieuwde verspreiding van een epidemie. Vaccinatie is de belangrijkste preventieve maatregel om ziektes te bestrijden.

Hoe vaak moet je katten vaccineren?

Vaccinatiebescherming begint bij de kitten: primaire immunisatie moet worden gegeven in de eerste weken en maanden van de kitten. Er zijn speciale vaccinatieschema’s voor katten. Deze vind je aan het einde van het artikel.

Bij kattenpest en niesziekte wordt een gecombineerd vaccinserum gebruikt, zodat een vaccinatie tegen ziekteverwekkers van beide ziektes werkzaam is. Dierenartsen noemen het RCP; het bestrijdt de rhinotracheitis, calici- en parvovirussen.
Als de kat die voor de eerste keer gevaccineerd moet worden al wat ouder is – om welke reden dan ook – vinden de basisvaccinaties plaats in dezelfde tijdsintervallen.
De herhalingsvaccinaties na de basisvaccinatie zorgen ervoor dat de vaccinatiebescherming na verloop van tijd niet verslechtert.

Herhalingsvaccinaties worden gegeven voor:

  • Kattenpest: elke drie jaar – afhankelijk van het vaccin en de fabrikant
  • Niesziekte: jaarlijks
  • Leukemie bij katten: jaarlijks
  • Rabiës: jaarlijks

Waar moet je rekening mee houden bij kattenvaccinaties?

Katten moeten altijd in de flank worden gevaccineerd. De reden hiervoor is een sporadische bijwerking van vaccinaties: fibrosarcomen kunnen zich soms ontwikkelen op vaccinatieplaatsen; tumoren die bij katten worden veroorzaakt door een onderhuidse verwonding door de punctie of door hulpstoffen in het vaccinserum. Een dergelijke woekering is zeer zeldzaam, maar in het ergste geval kan deze zonder grote complicaties operatief in het flankgebied worden verwijderd.

De vaccinatie moet worden voorafgegaan door een uitgebreide gezondheidscontrole van het dier: als bepaalde ziekteverwekkers al in het lichaam aanwezig zijn of als het op een andere manier verzwakt is, kan de vaccinatie ondoeltreffend zijn of het dier op een gegeven moment onnodig belasten. Bovendien moet, indien nodig, minstens een week voorafgaand aan elke vaccinatie worden ontwormd: katten met wormen zijn niet helemaal gezond en de behandeling is belastend voor het organisme.

Aanbevolen vaccinaties

8 weken:

  • Kattenpest/niesziekte

12 weken:

  • Kattenpest/niesziekte (hervaccinatie)
  • Hondsdolheid
  • Leukemie bij katten

16 weken:

  • Kattenpest/niesziekte (hervaccinatie, maar hangt af van het vaccin)
  • Hondsdolheid
  • Leukemie bij katten (hervaccinatie)

15e levensmaand:

  • Kattenpest/niesziekte (jaarlijks na de basisvaccinatie en afhankelijk van het vaccin)
  • Rabiës (elke 3 jaar)
  • Leukemie bij katten (hervaccinatie)

Andere artikelen die je wellicht ook interesseren